Zelfs met een turbo op hernieuwbare energie kan België tegen 2050 slechts in de helft van de eigen stroombehoefte voorzien. Het zal op grote schaal windenergie moeten importeren, becijferde de netbeheerder Elia.
Het tempo waarin windparken en zonnepanelen geplaatst worden, moet minstens verdrievoudigen als Europa tegen 2050 zijn klimaatdoelen wil halen. Tot die conclusie komt het stroomnetbedrijf Elia in een studie waarin het scenario’s uitwerkt om tegen de tweede helft van de eeuw een netto nuluitstoot van CO2 te bereiken.
Tegenover de jongste vijf jaar zal de gemiddelde jaarlijkse groei van wind- en zonnecapaciteit minstens maal drie moeten. Samen met kernenergie, waterkracht en biomassa kan Europa dan tegen 2050 de volledige vraag naar elektriciteit duurzaam afdekken.
Maar het potentieel aan hernieuwbare energie is niet in alle landen even omvangrijk. Mede door de aanwezigheid van energie-intensieve industrie zijn België en Duitsland de twee Europese landen waar het tekort aan hernieuwbare energie tegen 2050 het grootst is.
In het scenario met de grootschalige omslag naar elektrische wagens, warmtepompen en de elektrificatie van industriële processen, zal het stroomverbruik in België tegen 2050 meer dan verdubbelen. Zelfs met een maximale uitbouw van hernieuwbare energie zal ons land dan de helft van zijn groene stroom uit het buitenland moeten halen. Het moet dan 80 terawattuur per jaar importeren, ongeveer evenveel als het totale huidige Belgische stroomverbruik.
Toch acht Elia het mogelijk dat België bijna volledig op hernieuwbare energie steunt. Het kijkt daarvoor naar de optie om via kabelconnecties stroom te halen uit landen die een overschot aan hernieuwbare energie kunnen bereiken, vooral met windparken in de Noordzee. Om de directe stroomvraag te kunnen afdekken, moet België connecteren op 18 gigawatt (GW) aan buitenlandse offshorewindcapaciteit, zo’n 5 procent van wat er tegen 2050 in Europa verwacht wordt.
Stroomtekorten opvangen
De piste waarbij België op grote schaal windenergie gaat invoeren uit pakweg het VK, Denemarken en Noorwegen, heeft als grote voordeel dat ze zou helpen om seizoensschommelingen op te vangen. Vooral in de winter - als het koud is, met weinig wind en zon - loopt België het risico op stroomtekorten. Door windenergie in te voeren uit landen die wat verder weg liggen, vergroot de kans dat het altijd wel ergens voldoende zal waaien.
Elia acht het mogelijk dat België bijna volledig op hernieuwbare energie steunt. Het kijkt daarvoor naar de optie om via kabelconnecties stroom te halen uit andere landen.
Meer connecties tussen landen kunnen in Europa de nood aan back-upcapaciteit voor lange windstille momenten bijna halveren. Er is in Europa dan 240 GW aan flexibele capaciteit nodig in plaats van 400 GW. Elia kijkt daarvoor naar onder andere batterijopslag, waterkracht, warmteopslag, biomassa en gascentrales die op groene waterstof kunnen draaien.
Tegelijk benadrukt het netbedrijf dat de technologiekeuze nu nog niet gemaakt moet worden. Nieuwe technologische doorbraken kunnen tegen 2050 nog bijkomende opties leveren. Elia noemt de technologie niet bij naam, maar de veelbesproken kleine modulaire kernreactoren (SMR’s) zouden tegen dan een deel van de nood aan flexibele capaciteit kunnen opvangen.
Import van waterstof
Het potentieel aan hernieuwbare energie in Europa is groot genoeg om de volledige rechtstreekse stroomvraag af te dekken, concludeert Elia. Maar als ook rekening wordt gehouden met de behoefte aan waterstof en andere hernieuwbare brandstoffen, dan zal Europa moeten importeren uit andere continenten. Zeker in België ziet Elia te weinig potentieel aan hernieuwbare energie om op grote schaal zelf groene waterstof te produceren.
Elia benadrukt dat de piste waarbij maximaal ingezet wordt op elektrische mobiliteit, verwarming met warmtepompen en elektrificatie van de industrie veel efficiënter is dan de piste waarbij een groot deel van de energie moet komen uit hernieuwbare waterstof of afgeleide producten zoals groene methanol of ammoniak. Om die te produceren zijn grote hoeveelheden groene stroom nodig en er gaat in de omzetting veel energie verloren. Om een auto te doen rijden is dan drie keer meer energie nodig en voor verwarming zelfs vijf keer meer.
Als de economie toch grotendeels overschakelt naar hernieuwbare brandstoffen, dan zou de totale elektriciteitsvraag voor direct gebruik en voor de productie van waterstof toenemen van 6.800 naar 8.600 terawattuur. Het zou betekenen dat er een bijkomende jaarlijkse capaciteit nodig is van 400 GW aan offshorewindcapaciteit of drie keer het huidige elektriciteitsverbruik van Duitsland.
Voor België zou een scenario met massale import van groene waterstof uit het buitenland wel betekenen dat het een groter deel van de elektriciteitsvraag kan afdekken met eigen groene stroom. Van de 115 terawattuur aan groene stroom die nodig is, kan het dan 78 procent zelf opwekken. Daarnaast zou dan wel 210 terawattuur aan groene stroomproductie nodig zijn in het buitenland om België van de nodige waterstof te voorzien, ofwel 2,5 keer zo veel als het totale elektriciteitsverbruik van België vandaag.
Belgische groene stroom tegen 2050 zal lang niet volstaan - De Tijd
Read More
No comments:
Post a Comment