De socialisten maken er een breekpunt van om werknemers een hogere loonsverhoging te gunnen dan de 0,4 procent die voorligt bij de loononderhandelingen. ‘Wie zegt dat dat niet gaat, moet mij maar eens uitleggen waarom bedrijven wel hoge dividenden kunnen uitkeren aan de aandeelhouders’, zegt Vooruit-voorzitter Conner Rousseau.
De vakbonden bliezen dinsdag de loononderhandelingen met de werkgeversorganisaties op, omdat ze vinden dat de verhoging van 0,4 procent die op tafel ligt te mager is. Daardoor ligt de bal weer in het kamp van de federale regering, die een oplossing moet uitdokteren. Rousseau geeft een schot voor de boeg. ‘Een loonmarge van 0,4 procent voor de komende twee jaar is te beperkt. Werken moet lonen', zegt de Vooruit-voorzitter in een interview dat vrijdag in De Tijd verschijnt.
Als hogere lonen niet kunnen, dan ook geen dividenden. Ook daarin voorziet de loonwet.
Rousseau is van mening dat in sectoren die tijdens de coronacrisis goed geboerd hebben, zoals de supermarkten of de pakjesbezorgers, meer opslag mogelijk moet zijn. Als de andere partijen daar niet op willen ingaan, houdt zijn partij een stok achter de deur. ‘Wie zegt dat meer loon voor de werknemers niet gaat, moet mij uitleggen waarom bedrijven dan wel hoge dividenden kunnen uitkeren aan de aandeelhouders. Als hogere lonen niet kunnen, dan ook geen dividenden. Ook daarin voorziet de loonwet.’
Dividenden
De Vooruit-voorzitter verwijst naar artikel 14 van de wet van 1996, dat zegt dat de regering naast de lonen ook andere inkomsten kan matigen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de dividenden, maar ook over huurprijzen. Door dat artikel, dat nog nooit gebruikt is, op de onderhandelingstafel te leggen probeert hij de andere regeringspartijen tot toegevingen te dwingen.
Tot nog toe probeerde de regering-De Croo de sociale partners naar een akkoord te begeleiden. Zelfs na de mislukking dinsdag verklaarde minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) dat hij zou bekijken of een vergelijk toch niet tot de mogelijkheden behoorde. Al leek die poging er vooral een voor de galerij, want de vakbonden en de werkgeversorganisaties kraakten elkaar zo hard af dat niemand nog een cent gaf om de slaagkansen van Dermagne.
Achterpoortje
Tijdens de regeringsonderhandelingen probeerden de socialisten de loonwet aan te passen, maar ze botsten op een liberaal veto. Premier Alexander De Croo (Open VLD) en Dermagne openden wel een achterpoortje om wat meer opslag mogelijk te maken. In bedrijven die ondanks de coronacrisis goed hebben geboerd zou een eenmalige coronapremie kunnen komen.
Werknemers zouden de coronapremie alleen kunnen krijgen als de sociale partners daarover een compromis sloten. De werkgevers dachten aan een premie van maximaal 300 euro in bedrijven die in 2020 hun omzet met minstens 30 procent zagen groeien. De bonden wilden niets weten van zulke voorwaarden, waarna de onderhandelingen helemaal vastliepen.
Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert zei woensdagochtend dat de regering bij gebrek aan een akkoord tussen sociale partners de maximale loonmarge op 0,4 procent zou betonneren. Volgens hem was daarover een akkoord in het kernkabinet. Maar de socialisten, die onder zware druk staan van de extreemlinkse PVDA om werknemers meer opslag te geven, zien dat dus duidelijk anders, getuige de demarche van Rousseau, die volmondig gesteund wordt door Dermagne.
Conner Rousseau: 'Als hogere lonen niet kunnen, dan ook geen dividenden' - De Tijd
Read More
No comments:
Post a Comment